LTO Noord, BoerenNatuur en de Vlinderstichting hebben onder de noemer Boeren InsectenMonitoring Agrarische Gebieden (BIMAG) gezamelijk een programma opgezet om boeren zelf (dag- en nacht)vlinders te laten monitoren in het agrarisch gebied. In 2019 hebben er 21 boeren meegedaan en in 2020 is dit opgelopen tot 49 deelnemende boeren. Het doel is om in 2022 op 100 verschillende bedrijven vlinders te tellen.
In 2017 is uit meerjarig onderzoek duidelijk geworden dat de soorten insecten en met name de biomassa van insecten in de afgelopen decennia sterk is afgenomen. Vrijwel alle in Nederland beschikbare trends van insecten zijn grotendeels gebaseerd op waarnemingen uit natuurgebieden. Dit was voor LTO Noord, BoerenNatuur en De Vlinderstichting reden om te kijken hoe hier verandering in kan worden gebracht en met elkaar BIMAG te ontwikkelen.
Uitgangspunt van het BIMAG project is er in het agrarisch gebied samen met boeren dag- en nachtvlinders worden geteld. Met dit project worden boeren in staat gesteld om mee te werken aan meerjarig onderzoek naar insectenstanden in landbouwgebieden. Daarnaast wordt door het zelf uitvoeren van metingen het perspectief van de boer meegenomen in biodiversteitsherstel.
Veel agrarische ondernemers ondernemen al actie voor biodiversiteit op het erf. Het is tot dusver niet duidelijk welke positieve effecten deze maatregelen hebben op insectenpopulaties. Door middel van monitoring krijgen agrarische ondernemers beter inzicht wat goed werkt voor de biodiversiteit op uw erf en percelen. De Vlinderstichting en het CBS zijn aangesloten bij het project om de monitoringsdata te analyseren om zo (algemene) adviezen te geven over effectieve aanpassingen op het boerenerf en percelen. Op deze manier werken agrarische ondernemers zelf actief mee aan de versterking van biodiversiteit op het bedrijf.
Agrarische deelnemers tellen zelf of met hulp van een vrijwilliger. Er worden twee insectensoortgroepen gemeten:
000000
In totaal hebben 49 boeren met BIMAG meegedaan, en hun tellingen doorgegeven; 21 in 2019 en 44 in 2020. Op 13 bedrijven zijn dagvlinders geteld en op 42 bedrijven de nachtvlinders. De meeste boeren van 2019 hebben ook in 2020 weer geteld.
In totaal zijn er zowel in 2019 als 2020 tot nu toe (21-01-2021) 11.591 nachtvlinders op naam gebracht. Dit waren er 8.063 in 2020. In totaal zijn er gedurende 426 nachten LedEmmers geplaatst, waarvan 323 nachten in 2020. Met in het achterhoofd houdend dat iedereen drie LedEmmers per nacht heeft geplaatst, zijn er dus een drievoud aan LedEmmers geleegd! Ondanks de verdrievoudiging van het aantal vangnachten, is het aantal gevangen vlinders niet drie keer zo hoog. Dit komt omdat er binnen BIMAG soorten zijn gevangen die aan grassen en kruiden zijn gebonden. Deze soorten hebben voornamelijk hun vliegpiek in augustus en september, precies toen de pilot van 2019 liep. In totaal zijn er 286 soorten macronachtvlinders en de buxusmot waargenomen, het de totaal 850 soorten die er in Nederland voorkomen. Dit waren er 279 in 2020.
De soorten die het meest waren waargenomen zijn voornamelijk in augustus/september actief. Dat is terug te zien in (figuur 6), waar het gemiddeld aantal vlinders per week per LedEmmer is af te lezen. Het aantal gemiddeld aantal soorten per LedEmmer per week bleef rond de een a twee. Dit aantal ligt zo laag omdat er ook nachten waren waar nul vlinders in de emmers zaten, die het gemiddelde flink omlaag haalden. Ook het feit dat in 2020 de top 10 aan soorten uit 52% van het aantal individuen bestond laat zien dat het voornamelijk om de aantallen exemplaren in plaats van het aantal soorten gaat.
Variatie in de hoeveelheid vlinders per avond
Per bedrijf worden drie LedEmmers geplaatst. Per avond is er veel variatie in de hoeveelheid vlinders die worden gevangen. Factoren die een rol spelen bij de hoeveelheid vlinders in de val zijn onder andere:
Mooie en zeldzame nachtvlinders
Naast de algemene soorten zijn er ook enkele landelijk zeldzame nachtvlinders gevangen, waar menig fanatieke nachtvlinderaar ook warm van wordt. Dit zijn waarschijnlijk incidentele waarnemingen van soorten die gebruik maken van deze locaties, maar indien er geschikt habitat aanwezig is kunnen deze soorten zich hier mogelijk ook voortplanten. Een van de zeldzame soorten was de Spaanse vlag, die op de habitatrichtlijn staat, waarmee hij Europees beschermd is. Hij werd waargenomen in Zuid-Limburg, waar ook het zwaartepunt van de verspreiding van deze soort ligt. Een andere zeldzame soort die zowel in 2019 als 2020 in aantallen (resp. 6 en 50) werd gevangen is de moeraswalstrospanner. De rupsen leven van waterdrieblad en verschillende soorten walstro. Hij wordt lokaal verspreid door het land waargenomen, met blijkbaar een redelijke dichtheid in het agrarisch gebied. Andere zeldzame soorten waren bijvoorbeeld:
Naast deze zeldzame soorten zijn er uiteraard ook gewoon erg mooie soorten waargenomen die op meerdere plekken zijn gevangen. Dit zijn bijvoorbeeld:
Aantal exemplaren per type landgebruik
Van elke LedEmmer is genoteerd op welk type grondbeheer hij staat. Hiervoor zijn de Interprovinciale inventarisatie-eenheden (IPI’s) voor floristisch, vegetatiekundig en hydrobiologisch onderzoek aangehouden (Van Duuren, 2005). De indeling tot op IPI valt ook ruimer te trekken. Het komt er per bedrijf grofweg op neer dat er 1 LedEmmer op het erf staat, een andere in het regulier beheerde land en de derde ergens waar een bepaalde ingreep ten behoeve van de natuur is gedaan. Op onderstaande grafiek is het verschil tussen de verschillende locaties weergegeven in 2019. Deze grafiek laat zien dat er op de onderzochte boerderijen significant meer vlinders zijn aangetroffen op de natuurlijkere plekken dan het regulier beheerde land. Er is op de onderzochte boerderijen geen verschil aangetoond tussen de aantallen vlinders op het erf en het regulier beheerde stuk of het natuurlijk beheerde stuk.
Op onderstaande grafiek is het aantal individuen per de verschillende locaties weergegeven in 2020. In 2020 waren er net zoveel individuen aangetroffen in het natuurlijk beheerde stuk ten opzichte van het erf. In het reguliere stuk werden minder vlinders gevangen. De gemiddelde aantallen over het jaar heen lagen in 2020 lager dan in 2019, wat te verklaren is door de meest algemene soorten die binnen BIMAG hun vliegpiek in de nazomer hebben, precies de periode dat de pilot van 2019 liep.
Aantal soorten per type landgebruik
Naast het aantal individuen is ook het aantal soorten bekend. Op grafiek 13 is het gemiddeld aantal soorten per locatie af te lezen in 2019. Er waren evenveel soorten nachtvlinders waargenomen op het erf als op het natuurlijk beheerde stuk. In het regulier beheerde stuk waren de minste soorten waargenomen.
In 2019 werden er nog net zoveel soorten aangetroffen op het erf ten opzichte van de natuurlijkelocatie, in 2020 werden er meer soorten gevangen op het erf ten opzichte van het natuurlijke stuk, en in het natuurlijke stuk ook weer meer dan in het reguliere stuk (grafiek 14). Afgaande op het waardplantgebruik van de nachtvlinders is dit voor de hand liggend. Ongeveer 40% van de grotere soorten nachtvlinders leven van bomen en struiken. Van kruiden leven ongeveer 25% van de grotere soorten en van grassen 10%. Op het erf staat vaak en combinatie met bomen en struiken, en al dan niet kruiden. Het natuurlijke stuk is vaak een akkerrand met kruiden, en het reguliere stuk is vaak een monocultuur van een specifiek gewas, bijvoorbeeld een groente of gras. Daarnaast neemt een groot deel van de nachtvlinders nectar op waarbij ze dan gebruik maken van de bloeiende bloemen.
In totaal is er op 14 agrarische bedrijven een dagvlinderroute voor BIMAG gelopen. Dit aantal is toegenomen van 4 in 2019 naar 13 in 2020. In totaal is in 2019 28 keer een route gelopen. In 2020 was dit toegenomen naar 161 keer. In totaal zijn er 3410 dagvlinders waargenomen; 1405 in 2019 en 2005 in 2020. Dit aantal resulteerde in 23 soorten; 20 in 2019 en 22 in 2020. Dit waren voornamelijk de wat algemenere soorten zoals de koolwitjes, atalanta en distelvlinder maar er zaten ook erg leuke waarnemingen bij van bijvoorbeeld de argusvlinder en de kleine vos. De argusvlinder is een soort die erg hard achteruitgaat en voornamelijk in het veenweidegebied voorkomt. Er zijn ook zeven bruine blauwtjes waargenomen. Deze soort staat op de Rode Lijst als gevoelig. I Vijf van de vijftien soorten zijn aan grassen gebonden. Dit zijn het bruin zandoogje, hooibeestje, argusvlinder, oranje zandoogje en het groot dikkopje. 1 aan struiken, de citroenvlinder. De rest aan verschillende soorten kruiden waaronder verschillende soorten kool waar het klein- en groot koolwitje van leven en brandnetel waar kleine vos, atalanta, dagpauwoog en gehakkelde aurelia van leven.
https://utrecht.maps.arcgis.com/apps/MapAndAppGallery/index.html?appid=c25fa592c03d43358b672471ac9f023d
https://ago-item-storage.s3.us-east-1.amazonaws.com/d37adaf4d87d443780077eb35488d0e1/Tastbare_Tijd.pdf
https://www.inaturalist.org/journal/ahospers/50779-170-ard-webinar-livestream-fotograferen-op-safari-in-afrika-mediathek/edit Verveel je je nog ?
Webinar Tinallinge Thea Spek
So my recommendations for what kind of image we should submit are:
Resize the image to 640px on the long edge (that will avoid the upsampling problem, and this is what the iPhone app does so that will add some consistency)
Resize the image using bilinear resampling instead of Lanczos (though we should continue to use Lanczos on the image the user sees)
Comments
Add a Comment